Een register van verkeerstekens en maatregelen

Om ervoor te zorgen dat de data uit lokale besluiten en andere toepassingen met elkaar kunnen communiceren, moeten ze dezelfde ‘taal spreken’. Daarom is ons centraal open dataregister gebaseerd op een gemeenschappelijk begrippenkader, een semantisch datamodel. Zo kunnen de databronnen efficiënt gegevens met elkaar uitwisselen en kunnen we ze vervolgens beschikbaar en herbruikbaar maken voor (zoek)machines en mensen.

In het register van verkeerstekens krijgt elk verkeersteken uit de wegcode – verkeerslichten, verkeersborden en wegmarkeringen – een unieke identificatie (URI), zodat we daarna in alle contexten altijd zeker zijn dat we over hetzelfde verkeersteken spreken. Het is op basis van deze URI's en de relaties ertussen dat ook andere toepassingen met de inhoud aan de slag kunnen.

Naast de identificatie krijgt elk verkeersteken ook een betekenis en een aantal extra kenmerken, zoals de categorie van het verkeersteken, één of meerdere instructies (= beschrijving van de betekenis van het verkeersteken zoals het in een maatregel in het aanvullend reglement verschijnt), eventuele relaties met andere verkeerstekens etc.

In de toepassing om het register te raadplegen of aan te vullen herkennen we de drie ingangen om de drie types van verkeerstekens te raadplegen (en/of te wijzigen).

Naast de ingangen voor de verkeerstekens is er een ingang voor mobiliteitsmaatregelen. Hier worden de ‘instructies’ van de tekens samengebracht in een "maatregel". Het zijn deze “maatregelen” die de basis zullen vormen van de aanvullende reglementen.

Achtergrond: het datamodel achter de registratie van verkeersborden is een kandidaat standaard onder het OSLO-programma.