EXTRA: Kan een financieel directeur plaatsvervanger zijn voor de AD?

Extra input over etisch/juridisch standpunt

WHAT FUNCTIONS ARE POSSIBLE AS CHAIRMAN/SECRETARY? When we consult the supervisor DB (leidinggevendendatabank), we conclude that towns CAN input their supervisors in the consultable database that is linked to the GN application. * algemeen directeur, previous gemeentesecretaris * (multiple) adjunct algemeen directeur * financieel directeur, previous gemeenteontvanger * adjunct financieel directeur to check: gemeenteraad heeft een controlefunctie m.b.t. taken financieel beheerder. Is het dan ethisch/juridisch ok om de financieel beheerder secretaris te maken van GR?

BESLUIT: Het is mogelijk, doch er zijn geen precedenten gekend en er zijn ernstige tegenindicaties. Samengevat kan worden gesteld dat er tegenindicaties zijn om de financieel directeur als vervanger van de algemeen directeur aan te stellen, niettegenstaande dat dat decretaal mogelijk is en om bij vervanging van de algemeen directeur door de financieel directeur de beleidsrapporten door de raden te laten behandelen in aanwezigheid van de financieel directeur, al bekleedt de financieel directeur op dat moment enkel het ambt van algemeen directeur.

De algemeen directeur woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij en staat daarbij in voor de opmaak van de notulen en voor het geven van juridisch advies aan de raad. Wanneer de algemeen directeur niet aanwezig kan zijn, wordt hij vervangen door de adjunct-algemeendirecteur en wanneer ook deze niet aanwezig kan zijn of wanneer het bestuur geen adjunct-algemeendirecteur in zijn rangen telt, door de personen die de gemeenteraad daarvoor heeft aangeduid.

Volgende artikelen uit het decreet over het lokaal bestuur (DLB) zijn wat de vervanging van de algemeen directeur bij afwezigheid of verhindering betreft van toepassing :

  • DLB - Artikel 166 :

Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.

Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.

De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.

De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.

  • DLB - Artikel 175 :

De adjunct-algemeendirecteur staat de algemeen directeur bij in de vervulling van zijn ambt, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220. Hij vervangt de algemeen directeur als hij afwezig of verhinderd is. De gemeenteraad regelt die vervanging.

Er is geen enkele gemeente bekend waar de gemeenteraad de financieel directeur als mogelijke vervanger van de algemeen directeur heeft aangeduid. Dat wil echter niet zeggen dat de financieel directeur niet als vervanger van de algemeen directeur zou kunnen worden aangesteld. Als de financieel directeur wordt aangesteld als waarnemend algemeen directeur, wordt de financieel directeur als verhinderd beschouwd in zijn effectieve functie van financieel directeur (artikel 166 DLB). Er moet dan ook een vervanger voor de financieel directeur worden aangesteld.

  • DLB - Artikel 164, eerste lid

Niettegenstaande de financieel directeur de algemeen directeur dus effectief kan vervangen, zou LSVP daar zeer terughoudend in zijn al was het maar omdat er, overeenkomstig artikel 164, eerste lid, DLB – “Het ambt van algemeen directeur, adjunct-algemeendirecteur en financieel directeur is onverenigbaar met andere ambten binnen dezelfde gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient.”­ – op zich een onverenigbaarheid is tussen het ambt van financieel directeur en algemeen directeur wat ook nog eens wordt bevestigd in de memorie van toelichting bij artikel 78 van het Gemeentedecreet (thans hernomen in artikel 164 DLB) : “Een onverenigbaarheid tussen de betrekkingen van gemeentesecretaris en gemeenteontvanger was reeds voorzien in het artikel 78, lid 1, Nieuwe Gemeentewet. De noodzaak aan functiescheiding is in dit decreet alleen maar sterker geworden, gelet op de doorgedreven responsabilisering van het ambtelijke niveau. Vandaar dat in het eerste lid van de eerste paragraaf een principiële onverenigbaarheid wordt vastgesteld van de ambten van gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris en financieel beheerder, met andere ambten binnen de gemeenten. Het zou onverantwoord zijn dat de financieel beheerder deels onder het gezag van de secretaris zou komen te staan gelet op zijn specifieke functie.” In het voormalige artikel 78, eerste lid van de Nieuwe Gemeentewet werd overigens ook het volgende gesteld: “Niemand kan in een zelfde gemeente tegelijk secretaris en ontvanger zijn.”

  • Wat de verbodsbepalingen betreft: DLB - Artikel 27, §1:

Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:

1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;

2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.

Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.”

Voormelde verbodsbepalingen zijn, overeenkomstig artikel 172, derde lid, DLB van overeenkomstige toepassing op de algemeen directeur, zowel wat de gemeente als wat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betreft.

Voor de andere personeelsleden van de gemeente, waaronder de financieel directeur, gelden: DLB - Artikel 191, §3, ook de verbodsbepalingen van artikel 27, §1.

Wanneer de financieel directeur – toch – tijdelijk als algemeen directeur zou worden aangesteld, zou men kunnen stellen dat hij geen enkel rechtstreeks en persoonlijk belang heeft bij de beslissingen van de gemeenteraad over de – financiële – beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, zijnde het meerjarenplan, de aanpassing van het meerjarenplan en de jaarrekening. Daarnaast moet de algemeen directeur, en dat is de functie die de financieel directeur op dat moment enkel bekleedt, geen rekenschap aan het gemeentebestuur of aan het OCMW afleggen. Niettegenstaande de financieel directeur zijn eigenlijke functie niet meer bekleedt op het moment dat hij is aangesteld als vervanger van de algemeen directeur, moet toch de bedenking worden gemaakt dat het om een tijdelijke vervanging gaat waarna de financieel directeur terug zijn functie zal opnemen. Vanuit die optiek is het niet onmogelijk dat zijn aanwezigheid bij de bespreking en de stemming over bv. de jaarrekening toch een zekere druk kan opleggen aan de raadsleden om de jaarrekening vast te stellen niettegenstaande de financieel directeur in de feiten op dat moment niet het ambt van financieel directeur bekleedt, maar van algemeen directeur. Vanuit die optiek is het dan ook af te raden dat de financieel directeur de algemeen directeur zou vervangen wanneer de – financiële – beleidsrapporten worden behandeld.

Last updated